Uit de praktijk: verslag van een eerste Coachgesprek

puzzle

Om je een beeld te geven van wat een eerste coachgesprek kan opleveren geef ik je een aantal punten van een (echt) verslag dat ik laatst van iemand na zo’n eerste gesprek ontving.

Voor de meeste mensen is het bezoeken van een coach spannend, ze voelen een drempel. Dat is ook wel logisch want je gaat een persoonlijk gesprek aan met iemand die je eigenlijk helemaal niet kent (even los van het feit dat juist dit ook voor veel mensen prettig is). Bovendien kun je geconfronteerd worden met vragen of onderwerpen die je in je huidige situatie ook geneigd bent wat uit de weg te gaan.

Het belangrijkste in een eerste gesprek is altijd dat je, als coachee, je veilig en vertrouwd voelt. Voor het grootste deel ligt dit bij jezelf maar als coach schep ik ook een sfeer van openheid en vertrouwen. Dit doe ik door te luisteren met mijn ‘hoofd en hart’ en ook eerlijk het gesprek aan te gaan over waar het over gaat. Deze openheid en eerlijkheid wordt gewaardeerd en levert in een eerste gesprek altijd vruchten af.

Wat bij de meeste mensen ook opvalt is dat, als ze bij een coach zijn geweest, het helemaal niet gewend zijn om over zich zelf na te denken en te praten. Ze vinden dit altijd heel fijn maar het vreemde is dat ze, als ze eenmaal weer uit gesprek zijn, ook weer veel vergeten. Zoals met een droom. Daarom laat ik mensen vaak een verslagje schrijven, ook om de inzichten die ze tijdens zo’n gesprek hadden nog wat verder ‘in te laten dalen’.

Hieronder geef ik je een aantal punten van een (echt) verslag dat ik laatst van iemand na zo’n eerste gesprek ontving. Ik heb de heel persoonlijke dingen eruit gehaald. Toen ik dit verslagje las dacht ik “wow wat een oogst na zo’n gesprek”. Dit waren enkele punten van de gedane observaties en ‘overwegingen’:

  • Hoe ouder ik wordt, hoe meer ik voor een volgende functie de ‘speld in de hooiberg’ wordt. Ik neem mijn opgedane kennis, ervaring en leeftijd mee.
  • Ik richt me al gauw op de gedachten van anderen (ook door het werk dat ik doe), heel extravert: wat vinden zij van mij? Hoe kom ik over? Maar dan ben ik snel geneigd mezelf te vergeten. Wat wil ik nou zelf, wat zijn mijn waarden, mijn competenties en wat is mijn stijl en effect daarvan op anderen?
  • Ik dacht altijd ‘Stilstaan-is-achteruitgang’. Maar dat is wellicht geen wet. Misschien heb ik het nu wel gewoon voor elkaar. Het ligt veel meer voor de hand om te denken: wat wil ik nog echt, mede gezien vanuit wat ik heb en waar ik nu sta?
  • Willen=kunnen, zei men vroeger. Voor mij geldt: kunnen is nog niet direct willen. Daar begint het mee: wil ik het ook zelf, bijvoorbeeld directeur worden?
  • ‘Willen’ heeft, als het ‘goed’ is te maken met waarden. Welke waarden zijn voor mij van belang? Wat wil ik in mijn werk zien terugkomen, wat geeft mij voldoening?
  • De crisis die ik heb doorgemaakt heeft gemaakt dat ik breed kijk naar wat de zin in het leven is, naar werk en privé.
  • Als, voor mij, belangrijke waarden wegvallen, dan sterft er iets in mij. Ik wil niet uit angst werken maar er voor zorgen dat die ‘waarde-vervulling’ blijft, dan is je ‘gegeven tijd hier’ waardevol.

Plaats een reactie